Tips over het schilderen van je huis

Schilder je in de zomer? Schilder dan niet bij een te hoge buitentemperatuur. De ideale temperatuur voor buiten schilderen is ongeveer 20 graden, zodat maximaal van de open tijd gebruik gemaakt wordt. Open tijd wil zeggen hoe lang de verf kan vloeien totdat de droging echt merkbaar wordt. Hoe hoger de temperatuur, hoe korter de open tijd is. Bij hoge(re) temperaturen wordt de open tijd zodanig kort, dat het onmogelijk wordt de verf zonder strepen of structuur te verwerken. Bij echt hoge temperaturen kan de verf, vooral bij donkeren kleuren, zelfs gaan ‘koken’, zodat er onthechting zal plaatsvinden.

Begin op tijd met schilderen, vroeg op de dag, zodat bij het vallen van de avond je verf droog is en er geen dauwdruppels ontstaan.

Het is natuurlijk fijn als je in één keer de juiste hoeveelheid verf koopt. Maar hoe weet je nu hoeveel muurverf of buitenlak je nodig hebt? Koop niet te veel, liever een paar keer rijden naar de verfwinkel dan voor honderden euro’s te veel verf gekocht te hebben.

Heb je nog verf staan van een vorige opknapbeurt of verhuizing? Let dan op met het gebruik hiervan! Het kan zijn dat de houdbaarheidsdatum is verstreken waardoor de verf is verkleurd. Je kunt verf het best bewaren op plekken met een temperatuur tussen de 5 en 25 graden Celsius. Als het blik of de emmer niet goed is afgesloten, zeker als deze al open is geweest, kun je deze het beste niet meer gebruiken.

Op oude verflagen buiten zit altijd roet op het houtwerk. Dit komt op het schilderwerk neer uit de regen. Roet zit namelijk altijd in de lucht onder andere vanuit de vervuiling uit auto’s en industrie. Deze vettige laag moet goed schoongemaakt worden door het gebruik van een goede verfreiniger. Ammoniak is niet voldoende. Ondanks dat ammonia schoonmaakt, ontvet het middel zeer beperkt. Niet schuren betekent dat je de vettigheid in de lak schuurt, zodat het alleen maar moeilijker wordt het vet te verwijderen.

Schilder je hoger dan de begane grond? Zorg voor een goede, stabiele ladder of liever nog voor een (rol)steiger.

Kies uiteraard voor goede buitenverf, maar bespaar ook niet op de kwaliteit van de kwasten. Gebruik voor kozijnen geen platte, maar ronde kwasten. Kwasten met een afgeschuinde punt (puntkwasten) maken het makkelijker om nauwkeurig te schilderen. Voor grotere oppervlaktes is een roller handiger.

Verf op waterbasis (acrylverf) is uitstekend voor binnen, maar minder geschikt voor buiten. Acrylverf kent veel voordelen: een minder sterke geur, minder schadelijk voor de gezondheid, het vergeelt niet en heeft een snelle droogtijd. Maar voor het buitenschilderwerk is het minder geschikt vanwege het Nederlandse klimaat. De luchtvochtigheid is vaak te hoog, wat vertragend werkt op de droging van de verf. En in de (felle) zon droogt acrylverf juist weer te snel. Voor buiten is verf op basis van alkydhars (alkydverf) beter. Alkydverf is makkelijker te verwerken en ook duurzamer. Doordat de verf langzamer droogt, kun je langer met een kwast strijken en eventuele fouten makkelijk herstellen. Daardoor krijg je een strakker eindresultaat.

Bespaar niet op verf en kies voor een professionele verf merk en type. Goedkope verf is gewoon van veel mindere kwaliteit. Onder de zware weersomstandigheden in ons land zal je zien dat de kwaliteit met sprongen achteruitgaat. Hierdoor zal je veel sneller weer de kwast ter hand moeten nemen, om de boel bij te werken of zelfs helemaal over te schilderen. Gronden met een goedkope grondverf en aflakken met een professionele kwaliteit verf is helemaal zonde van het werk. De goedkope grondverf kent als nadeel dat het zal gaan poederen, zodat de kostbaarder professionele lak de beloofde duurzaamheid niet zal halen.

Lees voor je begint de aanwijzingen op de verpakking van de verf. Het vooraf verdunnen van de verf is meestal niet nodig en zelfs ongewenst.

De dakgoot mag nooit met een afsluitende verf worden behandeld. De betimmering rond de zinken dakgoot is namelijk altijd vochtig. Als je een hoogglans of zijdeglans verf gebruikt, zal die gaan bladderen. Gebruik altijd een vochtregulerende verf.

Veel mensen vinden het netter om de kieren tussen steen en houtwerk af te kitten met acryllaatkit of zelfs siliconenkit. Dit is echter absoluut niet raadzaam. De kieren tussen de stenen en het houtwerk zorgt er namelijk voor dat vocht uit de stenen beter een uitweg vindt. Wie deze randen en kieren dichtstopt, maakt kans op bladderende kozijnen. Het vocht zoekt op een gegeven moment toch een uitweg.

Verwijder het grove vuil en ontvet dan de kozijnen met water en een ontvetter. Doe dit vóórdat je gaat schuren.

Verwijder daarna nog eens vuil en losse verf met een borstel en verfkrabber. Voor loslatende verf die niet los genoeg zit (te herkennen aan de kleine blaasjes) om te verwijderen met een krabber, kun je een föhn gebruiken. Let wel op dat je niet tegen het glas föhnt.

Rotte delen moet je wegsteken met een beitel, tot al het rotte hout weg is. Daarna behandelen met houtrotstop en repareren met houtrotvuller. Houd rekening met lange droogtijden van zowel de houtrotstop als de houtrotvuller.

Wanneer er houtrot in de kozijnen zit moet al het zachte hout verwijderd worden. Hout dat aangetast is door houtrot zal verder gaan met rotten. Het is dus zaak dat al het besmette hout goed weggestoken wordt en de uiteinden van het gezonde deel behandeld wordt met een houtrot-stop.

Schroef bij voorkeur het hang- en sluitwerk los van de kozijnen.

Schuur de buitenkozijnen met schuurpapier, schuurblok of handschuurmachine. Kies daarvoor schuurpapier met korrel 80 en eindig met korrel 120.

Kozijnen helemaal kaalschuren is alleen nodig bij een heel slechte oude verflaag, of als je een heel glad eindresultaat wilt.

Borstel de kozijnen schoon en neem alles af met een vochtige doek.

Plak de ruiten af met afplaktape. Kies liefst uv-bestendige tape. Die is iets duurder, maar geeft een beter resultaat en kun je langer laten zitten. Gewone tape (dus niet uv-bestendig) kun je maximaal 2 dagen laten zitten.

Breng eerst een laag grondverf aan op de gerepareerde delen. Bij voorkeur in een lichtere kleur dan de kleur van je verf.

Breng de eerste laag verf aan. Hou een vaste volgorde aan, zodat je geen stukje vergeet. Schilder altijd van boven naar beneden. Begin bij de bovenste ‘ligger’ en werk in een vaste volgorde naar beneden. Grotere delen, zoals luiken, doe je als laatste. Breng de verf niet te dik aan.

Laat de verf drogen en schuur alles dan licht op met fijn schuurpapier (korrel 240 of 320).

Maak de kwasten tussendoor niet schoon, maar bewaar ze (bij waterverdunbare verf) in een potje met water of bewaar ze (bij oplosmiddelhoudende verf) in een gesloten plastic zakje in de vriezer.

Breng nu de tweede laag aan (en zonodig nog een derde laag).

Haal de afplaktape weg zodra de verf stofdroog is. Watergedragen verf droogt sneller dan oplosmiddelhoudende verf.

Laat de kwasten en rollers opdrogen. Gooi ze daarna bij het restafval. Dat is minder belastend voor het milieu dan uitspoelen.

Twijfel je of er een stukje is overgeslagen of zie je een kleurverschil? Wacht eerst tot alles helemaal droog is.

De overgebleven verf kun je inleveren als klein chemisch afval bij het afvalbrengstation in je gemeente. Ga als het kan op de fiets, dan ben je sneller aan de beurt.